Een 4-delige prekenserie over ‘klagen’. Afgelopen weken kreeg deze serie in de NGK Oegstgeest en de Herengrachtkerk een plek. Het was namelijk een samenwerking van beide predikanten van deze gemeentes. Op deze plek een foto en een korte tekst nav de laatste preek in deze serie in de Herengrachtkerk. Een goede week gewenst!
Uit de diepte roep ik tot u, HEER,
2Heer, hoor mijn stem,
wees aandachtig, luister
naar mijn roep om genade. (Psalm 130: 1-2)
Kijken de ogen van die jongen jou ook zo indringend aan? Deze foto is gemaakt vanuit een taxi in Senegal. Je ziet de krassen in het autoraam. Ik won er ooit een prijs mee en daarom staat een canvas met deze foto al jaren op mijn studeerkamer. Elke keer weer doen die ogen een appel op mij. Ook toen ik die ene keer na een bijeenkomst van een christelijke politieke partij thuis kwam en nog even op mijn studeerkamer moest zijn. Die avond hadden er allerlei mooie woorden geklonken. Gepassioneerd ook wel. Over gerechtigheid zoeken en barmhartigheid doen. Toch schuurde er iets, want er klopte iets niet. Ja, het leed in deze wereld en de pijn bij mensen kwam zeker ter sprake, maar telkens weer was er dat eeuwige ‘ja maar’.
Ja maar, we kunnen er simpelweg niet voor iedereen zijn want onze tijd is beperkt; ja maar je moet onherroepelijk keuzes maken; ja maar, er zijn veel duivelse dilemma’s; ja maar, we kunnen niet iedereen helpen want ons geld is beperkt. Het voelde een beetje alsof de jongen bij het raam er wel stond, maar hij niet meer in de ogen werd gekeken. Meer nog, alsof de krassen in het raam werden volgestopt met de stopverf van compromissen en het raam daarna werd witgekalkt met de ja-maar-verf vol sporen van de polderpolitiek. Het zicht op de kwetsbare verdween en dat maakte me boos en verdrietig. Want begint de zoektocht naar gerechtigheid en barmhartigheid niet telkens met onrecht in de ogen kijken? Met recht te doen aan onrecht in onze woorden? Met erkennen dat er oneindig veel krassen in de wereld zijn, die wij nooit zullen kunnen repareren? Daarom blijft deze foto op mijn kamer staan als een stil appel op mijn hart en roep ik telkens vanuit de taxi tot U. Ik heb U nodig Here, luister. Nu ik schor gebeden fluister. Luister toch, Heer luister toch.
Comments